Ik wilde een originele blogpost schrijven over iets wat pas in een flits tot me doordrong : er worden elk jaar maar 14,000 woningen gesloopt, terwijl er nu 7.4 miljoen woningen staan. Dus snel wat gegoogled over dit onderwerp en helaas:
Toen Prof. André Thomsen van de TU Delft met emeritaat ging in 2006 hield hij zijn afscheidsrede precies over dit onderwerp. Er rest mij dus niet heel veel meer dan een kleine update plus wat onwetenschappelijk gefilosofeer van een DHZ-blogger over wat het zou kunnen betekenen…..
Als je elk jaar 14.000 woningen vervangt op een bestand van 7.4 miljoen woningen dan is de noodzakelijke levensduur van de gemiddelde woning dus …. tromgeroffel …. 528 jaar (bij de sloopvolumes in 2006 was dat nog 400 jaar).
Dat betekent dus dat u nu in het huis woont waar ook uw bet-bet-bet-achterkleinkinderen in zullen wonen. De meeste huizen uit 1485, er bestaan er nog een handvol in Nederland, zijn inmiddels wel aangepast aan de stand van huidige techniek: de steens muren zijn waterdicht gemaakt en geïsoleerd, bedstedes verwijderd, vuurplaatsen vervangen door cv-ketels, opkamers gesloopt en glas in lood ramen vervangen door dubbel glas. Maar in 1485 stonden er nog geen 7 miljoen huizen, dus de komende eeuwen zullen we een plan moeten hebben hoe we het “onlangs” (in historisch perspectief dan) gigantisch gegroeide aantal woningen bewoonbaar houden.
Scenario 1 : zelluf doen
De naoorlogse woningen (’50-’70) zijn over 10 jaar, na de crisis, zo’n 50 tot 70 jaar oud en dus volgens de bouwstandaarden uit die tijd “afgeschreven”. Mensen die nu zo’n huis kopen zullen rekening moeten houden met grote onderhoudskosten : electra, waterleidingen, kozijnen, dakpannen, zowat alles zal vervangen moeten worden.
Energie
400 jaar geleden stookten we met hout en turf het huis op 1 plek warm. De fossiele generaties (1850-2020) deden dat met achtereenvolgens steenkool, aardolie en aardgas. Onze kinderen vragen ons inmiddels waarom er geen zonnepanelen op het huis liggen, dus u ziet wel waar het naar toe gaat : huizen met zuiddaken zullen meer waard blijken dan huizen zonder. We zullen onze huizen warm moeten houden met zon, wind en electriciteit uit de Sahara, die we hier met warmtepompen in hoogwaardige warmte omzetten.
Scenario 2 : Sloopfondsvariant
In deze variant blijken complete woonwijken met aflossingsvrije hypotheken gekocht te zijn, en weigeren de erfgenamen de verwaarloosde woningen, die hun ouders de laatste jaren van hun leven niet meer konden onderhouden, te erven. De banken blijven met 100-duizenden onverkoopbare huizen achter die op hun portefeuilles drukken. In dit problematischer scenario zal de overheid waarschijnlijk een sloopfonds stichten waarna de winnaars van dit scenario, banken en de bouwindustrie, nieuwe woonwijken à la 2030 neerzetten. Wat problematisch is aan een sloopfonds, is dat we collectief een extra belasting zullen moeten gaan betalen in een periode waarin we onze kredietcrisiswonden nog aan het likken zijn. Ik wil er dan ook voor pleiten dat we dit probleem door de hypotheekverstrekkers op gaan laten lossen, immers, zij hebben willens en wetens 30 jaar lang deze veredelde “huurhuizen” gefinancierd, en zijn dus ook altijd eigenaar gebleven van het aanstormende probleem.
Wat gaat het worden? De olifant op de horizon staat voorlopig nog niet in de woonkamer, maar over een jaar of 30 zullen er serieuze aantallen verpauperde eeuwelingen op de markt komen, en die zullen vermoedelijk niet zo geliefd zijn als de huizen uit de jaren 1920-1930 (“originele details”) nu.
Doet u voorzichtig met ons nationale erfgoed?
Memo to self : onderhoudsplan voor de buitenboel maken.
oorspronkelijk verschenen op : Stormglas.wordpress.com
Twitter : @larsboelen
Geef een reactie