Derk Jansen (@Reeshofwarmte) legt in deel 2 van dit gastfeuilleton uit waarom stadsverwarming waar nu zoveel aandacht voor is helemaal geen toekomstvaste investering is. Hier gaan we:
Is er toekomst voor stadsverwarming?
In een ideale wereld jazeker, met een duurzame bron, goed gebruik en eerlijke beprijzing zou dat zeker moeten kunnen. Helaas is dit in Nederland, waar de grote energiebedrijven de dienst uitmaken, niet mogelijk gebleken.
Er is een grote groep warmteafnemers (burgerklanten) aan het vechten voor eerlijke prijzen voor stadswarmte wat flink wordt getraineerd door het ministerie van Economische Zaken. Zelfs kostprijsparameters die aantoonbaar onjuist zijn worden onder het mom van onderzoek (waarvan de resultaten al bekend zijn) vooruit geschoven. (Deze VVD strategie wordt ook bij het aardbevingsdossier en het schaliegasdossier toegepast, LB)
Leuk detail is dat er al druk aan een plan B wordt gewerkt (men weet dus dat de gebruikers gelijk hebben en dat er teveel betaald wordt) Autoriteit Consument en Markt gaf aan dat er andere waardes gezien worden in de markt (prijs CV-ketel e.d.) en dat er onderzoek moet komen maar tegelijk geeft men aan dat wanneer de prijzen gaan zakken dit ten kost gaat van de winstgevendheid en dus van de wil nieuwe warmtenetten aan te leggen.
En met de huidige absurde warmteprijzen kan men al geen nieuwe netten van de grond krijgen. Partijen die nieuwe netten uit willen rollen pleiten immers voor ‘experimenteerruimte’ in de warmtewet. Mijns inziens zit er meer dan voldoende ruimte om te experimenteren in de warmtewet met een prijsstelling die 15-25% boven de eerlijke NMDA (Niet meer dan Anders – gas-) prijs ligt. Alle leveranciers samen hebben afgesproken om het MAXIMUM tarief uit de warmtewet als HET tarief te bestempelen zonder onderbouwing. Dan is er nog de niet te verklaren huur van meestal eigen apparatuur van de consument en je komt tot de conclusie dat je de leveranciers zeker geen experimenteerruimte moet geven maar eerder de maximumprijs terug moet brengen naar een redelijke prijs zoals er lang in de warmtewet heeft gestaan. Er is immers bij alle netten afgesproken dat de consument nooit meer zou betalen dan de gasprijs (de redelijke prijs is succesvol uit de warmtewet gelobby’t vlak voor invoering).
Dan is er nog een olifant in de kamer die maar eens benoemd moet worden. In een relatief kort tijdsbestek is onze energievoorziening en behoefte drastisch veranderd. Onze energievoorziening gaat steeds meer naar elektra toe en de betaalbare opslag van energie komt steeds dichterbij. Een zeer waarschijnlijk scenario is dat de energieprijzen dan heel hard gaan dalen als je bereid bent om ook je eigen teveel opgewekte stroom ter beschikking van het net te stellen. Je krijgt er dan op latere momenten gewoon weer stroom voor terug dit hoeft geen eigen dakstroom te zijn maar kan ook een deel in een windturbine zijn bijvoorbeeld. Stroom wordt dan mogelijk zelfs een soort service product.
De vraag is dus of het dan nog verstandig is om een infrastructuur te gaan aanleggen die voor de komende 50 jaar gekoppeld is aan fossiele elektriciteitcentrales (die later mogelijk zelfs uitgaan of zelfs moeten) om afnemers van warmte te voorzien. Het is te voorzien dat straks iedereen met eigen zonnepanelen en een warmtepomp veel goedkoper zelf warmte opwekt dan met stadsverwarming ooit mogelijk zal zijn.
Het tijdsbestek om een warmtenet rendabel te exploiteren is gewoon heel erg lang en onze energievoorziening is in razend tempo aan het wijzigen.
Is er nog toekomst voor warmtenetten? Ik durf die vraag niet (meer) met ja te beantwoorden. Misschien in eigendom en beheer van de afnemers zelf. Alleen zullen die waarschijnlijk kiezen om zelf hun huizen te verduurzamen in plaats van miljoenen tot miljarden aan staal in de grond te leggen.
Derk Jansen
Deel 1 van deze reeks leest u hier
Leestips :
– opslag energie leidt tot “off-grid” woonwijken
Post Views: 644
Geef een reactie